Scherpstellen
-
Scherpstelfunctie
Selecteert de scherpstelmethode die geschikt is voor de beweging van het onderwerp.
-
Scherpstelgebied
Selecteert het scherpstelgebied. Gebruik deze functie wanneer het moeilijk is goed scherp te stellen in de automatische scherpstellingsfunctie.
-
Scherpstellingsvlak-fasedetectie AF
Wanneer er scherpstellingsvlak-fasedetectie AF-punten binnen het gebied van de automatische scherpstelling liggen, gebruikt het apparaat de gecombineerde automatische scherpstelling van de scherpstellingsvlak-fasedetectie AF en contrast-AF.
-
Scherpstelvergrendeling
Neemt beelden op met de scherpstelling vergrendeld op het gewenste onderwerp in de automatische scherpstellingsfunctie.
-
H. scherpst.
Als het moeilijk is goed scherp te stellen in de automatische scherpstellingsfunctie, kunt u de scherpstelling handmatig uitvoeren.
-
Directe handmatige scherpstelling (DMF)
U kunt fijnregelen nadat de scherpstelling is vergrendeld.
-
MF Assist (stilstaand beeld)
U kunt het beeld op het scherm automatisch vergroten om gemakkelijker handmatig scherp te stellen. Dit werkt bij opnemen met handmatige scherpstelling of met directe handmatige scherpstelling.
-
Scherpst. vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door het beeld te vergroten voordat u opneemt.
-
Schrpstelvergrot.tijd
Stel in hoe lang een beeld moet worden vergroot bij gebruik van de functie [MF Assist] of [Scherpst. vergroten].
-
Reliëfniveau
U kunt bij opnemen met handmatige scherpstelling of met directe handmatige scherpstelling de contouren van scherpgestelde bereiken benadrukken met behulp van een specifieke kleur. Met behulp van deze functie kunt u de scherpstelling gemakkelijk controleren.
-
Reliëfkleur
Stelt bij opnemen met handmatige scherpstelling of met directe handmatige scherpstelling de kleur in die wordt gebruikt voor de reliëffunctie.
-
AF-vergrendeling
Stelt de functie in voor het volgen van het onderwerp om het scherpgesteld te houden.
-
gebruiken AF-vergrendeling
Handhaaft automatisch de scherpstelling van een bewegend onderwerp.
-
Pre-AF (stilstaand beeld)
Het apparaat stelt automatisch scherp voordat u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
-
Eye-Start AF (stilstaand beeld)
Stelt in of automatische scherpstelling wordt gebruikt of niet wanneer u door de elektronische zoeker kijkt.
-
AF/MF-regeling
U kunt de scherpstellingsfunctie tijdens het opnemen eenvoudig omschakelen van automatisch naar handmatig en terug zonder de positie van uw handen te veranderen.
-
AF-hulplicht (stilstaand beeld)
Het AF-hulplicht geeft een invullicht zodat gemakkelijker op een onderwerp kan worden scherpgesteld in een donkere omgeving. Met het rode AF-hulplicht kan het apparaat gemakkelijk scherpstellen wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, totdat de scherpstelling wordt vergrendeld.
-
AF-microafst.
Stelt u in staat een automatisch scherpgestelde positie in te stellen en te registreren voor elke lens, bij gebruik van een lens met A-vatting en de vattingadapter LA-EA2 of LA-EA4 (los verkrijgbaar).
-
Cont. AF-geb. weerg
U kunt instellen of het scherpstelgebied dat is scherpgesteld moet worden afgebeeld of niet wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed] of [Zone], en [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF].
-
AF met sluiter (stilstaand beeld)
Selecteert of automatisch wordt scherpgesteld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Selecteer [Uit] om de scherpstelling en belichting afzonderlijk in te stellen.
-
AF aan
U kunt scherpstellen met elke willekeurige knop in plaats van de ontspanknop tot halverwege in te drukken.
-
AF op de ogen
Stelt scherp op de ogen van een persoon wanneer u op de knop drukt.
-
AF-snelheid (bewegende beelden)
U kunt de snelheid waarmee wordt scherpgesteld omschakelen wanneer u tijdens het opnemen van bewegende beelden gebruik maakt van automatische scherpstelling.
-
Duur AF-volgen (bewegende beelden)
Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u de duur van AF-volgen instellen.
- De exacte afstand tot een onderwerp meten