Reinigen
Zo kunt u de beeldsensor reinigen.
- Controleer of de accu voldoende is opgeladen.
- MENU → (Instellingen) → [Reinigen] → [Enter]
- Schakel het apparaat uit overeenkomstig de instructies op het scherm.
- Haal de lens eraf.
-
Duw tegen de vergrendelhendel van de spiegel (A) en open de spiegel.
- Reinig met behulp van het blaaskwastje het oppervlak van de beeldsensor en het omliggende gebied.
-
Wanneer u klaar bent met het reinigen van de beeldsensor, duwt u de spiegel omlaag tot deze vastklikt.
- Duw beide zijkanten (B) van de spiegel omlaag.
- Bevestig de lens.
- Wanneer u de lens bevestigt, controleert u of de spiegel helemaal omlaag geduwd is.
Opmerking
- Een blaasborsteltje wordt niet bij dit apparaat geleverd. Gebruik een in de winkel verkrijgbaar blaaskwastje.
- Het reinigen kan alleen worden uitgevoerd wanneer het accuniveau (3 accustreepjes) of meer is.
- Gebruik geen spray omdat hierdoor waterdruppels in de behuizing van de camera terecht kunnen komen.
- Steek de punt van het blaaskwastje niet in de opening voorbij het lensmontagedeel, zodat de punt van het blaaskwastje de beeldsensor niet raakt.
- Houd de camera met de vatting iets omlaag gericht zodat het stof eruit valt.
- Stel het apparaat tijdens het reinigen niet bloot aan schokken.
- Blaas niet te hard wanneer u de beeldsensor schoonmaakt met een blaaskwastje. Als u te hard op de beeldsensor blaast, kan de binnenkant van het apparaat worden beschadigd.
- Wanneer u de lens bevestigt nadat u klaar bent met het reinigen van de beeldsensor, controleert u of de spiegel helemaal omlaag geduwd is. Anders kan deze de lens beschadigen of een storing veroorzaken. Bovendien, wanneer de spiegel niet helemaal omlaag gedrukt is, zal de automatische scherpstelling niet in staat zijn om goed scherp te stellen.
- U kunt niet opnemen met de spiegel in geopende stand.
- Als stof achterblijft, zelfs nadat u het apparaat hebt gereinigd zoals beschreven, neemt u contact op met het servicecentrum.