Digitale camera met verwisselbare lens ILCA-77M2

De scherpstellingsmethode veranderen met behulp van de scherpstellingsfunctieknop

U kunt de scherpstellingsmethode selecteren die geschikt is voor de beweging van het onderwerp.

  1. Draai de scherpstellingsfunctieknop (A) om de gewenste scherpstellingsmethode te selecteren.

Informatie over de scherpstellingsfuncties

S (Enkelvoudige AF):
De camera voert de scherpstelling uit en de scherpstelling wordt vergrendeld wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp stilstaat.

A (Automatische AF) (standaardinstelling):
De camera schakelt om tussen [Enkelvoudige AF] en [Continue AF] afhankelijk van de beweging van het onderwerp.

C (Continue AF):
De camera blijft scherpstellen zo lang u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp in beweging is.

MF (H. scherpst.):
Stelt handmatig scherp.

Opmerking

  • Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek of iets dergelijks.
  • Als u de scherpstellingsmethode verandert, wordt de ingestelde scherpstellingsafstand gewist.
  • Als [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF], wordt de pieptoon niet voortgebracht nadat is scherpgesteld.

Hint

  • Als u niet kunt scherpstellen op het beoogde onderwerp met behulp van de automatische scherpstelling, selecteert u MF of DMF, en neemt u vervolgens opnieuw op.
    U kunt DMF selecteren met MENU (Camera- instellingen) → [AF-A-instelling][D. handm. sch.].