
1 | Selecteer [Instellingen] in het menu [Extra]. Het dialoogvenster [Instellingen] wordt weergegeven. Op het tabblad [Externe programma's] worden de geregistreerde beeldbewerkingsprogramma's weergegeven. Er kunnen maximaal 3 programma's geregistreerd worden. ![]() |
||||
---|---|---|---|---|---|
2 | Klik op [Toevoegen] om een nieuw programma toe te voegen of klik op [Bewerken] om een geregistreerd programma te bewerken. Het dialoogvenster [Externe programma's] wordt weergegeven. |
||||
3 | Voeg een extern programma toe of bewerk een extern programma. ![]()
|
||||
4 | Klik op [OK]. Het dialoogvenster [Instellingen] wordt weergegeven.
|
1 | Selecteer [Instellingen] in het menu [Extra]. Het dialoogvenster [Instellingen] wordt weergegeven. |
||||
---|---|---|---|---|---|
2 | Klik op [Kleurbeheer]. Het dialoogvenster [Kleurbeheer] wordt weergegeven. |
||||
3 | Stel de werkkleurruimte of de kleurruimte van de monitor in. ![]()
|
||||
4 | Klik op [OK]. De instellingen worden opgeslagen.
|
1 | Selecteer [Instellingen] in het menu [Extra]. Het dialoogvenster [Instellingen] wordt weergegeven. |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Klik op [Palette]. Het tabblad [Palette] wordt weergegeven. |
||||||
3 | Specificeer de doorzichtigheid van de paletten. ![]()
|
||||||
4 | Klik op [OK]. De instellingen worden opgeslagen.
|